-
1 my nose peeled
-
2 peel
n. schil--------v. schillen, pellenpeel1[ pie:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 schil————————peel2♦voorbeelden:peel off • afschilferen vanII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schillen ⇒ pellen, ontschorsen♦voorbeelden:peel the skin off a banana • de schil van een banaan afhalen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский